Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zie dan, zij [20]vergelden het ons, komende om ons uit Uw erve, die Gij ons te erven gegeven hebt, te verdrijven. 20. Te weten, het goed, dat wij hun gedaan hebben met het kwaad, dat zij, ons nu aandoen willen. Het Hebreeuwse woord is hier voor kwade vergelding genomen; alzo hfdst.32 vs.25; Ps.7:5, enz.; elders ook voor goede, Richt.9:16; 2 Sam.19:36; voor beide, 1 Sam.24:18; Spreuk.31:12.